Ik was nooit zo’n liefhebber van Nederlandse films. In mijn jonge jaren werd ik overvallen met tenenkrommend slechte komedies van het kaliber Spion van Oranje, kinderfilms in de categorie Kruistocht in Spijkerbroek en ‘familietitels’ als, juist, Alles is Familie (of Liefde). Dit was mijn beeld van Nederlandse films, en jaarlijks verschenen er titels die mijn indrukken nog eens onderstreepten. Verliefd op Ibiza, Rokjesdag, en onlangs nog ‘daar blijf ik weg’-releases in het straatje Voor Elkaar Gemaakt/Tuintje in m’n Hart.
Er is echter iets aan het veranderen. Nee, ik zeg niet dat er ‘vroeger’ geen goede Nederlandse films waren (ik zal ze hooguit gemist hebben), maar nu pas ontdék ik goede Nederlandse films. Kleine titels, arthouse-releases. Minimalistische pareltjes die vaak met een bescheiden budget, maar ook met veel liefde gemaakt zijn. Kijk ik terug op de afgelopen maanden, dan springen vier recente titels in het oog. Van Waldstille (Martijn Maria Smits, 2016) ging het naar Monk (Ties Schenk, 2017), van In Blue (Jaap van Heusden, 2017) naar (en dat was gisteren) Broers (Bram Schouw, 2017). Deze films staan niet alleen in de juiste kijkvolgorde, maar weerspiegelen ook een proces waarbinnen mijn waardering voor de ‘kleine Nederlandse film’ almaar toenam.
Hoe komt wie vliegt ooit tot bedaren, en wie niet vliegt ooit van zijn plaats?
Broers is een trotsmakend arthouse-drama van de hand van Bram Schouw (kortfilm Sevilla, 2012). Centraal staan Lukas (Jonas Smulders) en Alexander (Niels Gomperts), twee broers in de vroeg-adolescente bloei van hun leven. Waar de oudste telg (Alexander) een absolute durfal is, maakt Lukas een timide, verlegen en latent intelligente indruk. Alexander heeft de randen van afgronden (letterlijk) nodig om te voelen dat hij leeft. In het begin van de film staat hij op het richeltje van zijn studentenflat, iets later zwalkt hij roekeloos over de A10. Lukas durft niet op de rand te staan. Op de A10 tracht hij z’n broer bij zinnen te brengen. Tóch gaat hij mee. Liften naar Frankrijk, de studie natuurkunde komt later wel weer.
Schouw, geïnspireerd door de relatie met zijn eigen broer, schetst in Broers een heldere dynamiek; alhoewel Lukas in alles de tegenpool is van zijn oudere broer, schijnt in alles door dat hij die kloof stiekem zou willen overbruggen. Jaloezie, geldingsdrang, onzekerheid, vul maar in: de liefde van een Frans meisje in een vredig plattelandsdorpje is de spil in Lukas’ ambigue weg naar evenredige bevestiging. Waar Luuk (let op de ‘verkleinde’ weergave van Lukas’ naam bij monde van Alexander) in Broers degene is die zijn affectie voor de Franse schone (Christa Théret) het eerst uit (zij het in het Nederlands, zodat zij het niet verstaat), weet Alexander met zijn durf, charme en zekere houding haar hart te winnen.
In het vervolg culmineren de spanningen tussen de twee broers. Schouw speelt met chronologie en alternatieve scenario’s om de kijker deels in het ongewisse te laten over de precieze aard van cruciale gebeurtenissen, en doet dat op een zeer geraffineerde wijze. Beeldtaal, emoties in plaats van dialoog; de cinematografie van Jasper Wolf (prachtige shots-bij-schemering op 35mm) vertelt wat het verhaal verhult. Zo kan het voorkomen dat een kale, verdorde boom zegt wat woorden niet hadden kunnen uitdrukken, waarna een opstijgend vliegtuig de levensstijl van Alexander treffend verbindt met de Griekse Icarus-mythe.
Smulders en Gomperts schitteren in dit prachtige Nederlandse drama. Perfect is de film niet: na de climax halverwege komt Broers maar met moeite terug in de sluimerende spanningsboog die het eerste gedeelte tekende. Het nam niet weg dat ik tijdens de aftiteling tot een opmerkelijk besef kwam. Broers is een Nederlandse film waar ‘we’ écht trots op kunnen zijn.
Beoordeling: [usr 4]
Filminformatie: Broers (2017)/105 min./Genre: Drama/Regie: Bram Schouw/Cast: Niels Gomperts, Jonas Smulders, Christa Théret e.a.
Broers is reeds vanaf 1 juni te zien in Nederlandse filmzalen