In november 2014, aan het begin van mijn universitaire studie, volgde ik het vak Eigentijdse Geschiedenis bij Arend-Jan Boekestijn (ex-VVD, mediagoeroe). Ik schreef tijdens deze cursus twee essays. Dit is de tweede, met als onderwerp de Hongaarse opstand van 1956, misschien wel de grootste bedreiging voor het communistische blok in een periode dat hamer en sikkel nog hoogtij vierden.
Geïnteresseerd? Het gehele essay is hieronder terug te vinden.
Op het randje van de afgrond
Een relaas over de Hongaarse Opstand van 1956
Tim Bouwhuis
Op 8 december 1991 drukte het akkoord van Minsk een formele stempel op het einde van een significant hoofdstuk uit de wereldgeschiedenis. De Sovjet-Unie was voorgoed verleden tijd, en het communisme zou tot op de dag van vandaag geen grote rol meer spelen in de internationale politiek. De ondergang van het Sovjetrijk was echter geenszins een donderslag bij heldere hemel. In de loop van decennia moest het wereldcommunisme aan talloze gevaren het hoofd bieden. De Hongaarse Opstand van 1956 wordt beschouwd als één van de grootste interne bedreigingen voor de cohesie van het Sovjetblok. In dit betoog zal ik ingaan op de validiteit van deze assumptie, en mijzelf de vraag stellen of er van een dergelijke bedreiging sprake was. In eerste instantie is het daarvoor vereist de feitelijke verloop van omstandigheden onder de loep te nemen. Twee primaire bronnen zullen vervolgens illustreren in hoeverre de betrokken politici de Opstand als een bedreiging beschouwden.
De Hongaarse Opstand vond plaats van 23 oktober tot 10 november 1956. Zij begon als een vreedzame serie betogingen, maar veranderde al snel in een volksopstand, die zich tegen de zittende regering richtte. De partijleider van de MSZMP (de Hongaarse communistische partij), Erno Gero, was een marionet van Moskou. Met zijn steun aan de Russische planeconomie haalde hij zich de woede van de Hongaarse arbeidersklasse op de hals. Russische troepen ondersteunden de Hongaarse veiligheidspolitie, en boden tegenwicht aan het ontluikende geweld van de betogers. Op 24 oktober slaagden de contrarevolutionairen er echter in het parlement te bezetten, en Erno Gero en Andras Hegedus (de voormalige premier) zagen zich gedwongen naar de Sovjet-Unie te vluchten. De Russische troepen namen afstand, en tussen 28 oktober en 4 november werd er niet gevochten. Imre Nagy, een gemodereerde communist, werd de nieuwe premier. Nagy was voorstander van meerdere politieke partijen en een liberale atmosfeer, waarmee hij de wil van het volk tot destalinisatie tegemoet zou komen.[1] Zijn hervormingspolitiek en zijn afkeer van Stalinistische collectivisatie kweekten goodwill bij het Hongaarse volk. Eind oktober trad Hongarije uit het Warschaupact en werd een neutrale status verkondigd, in de hoop de Sovjet-Unie op die manier niet tegen zich in het harnas te jagen. De Sovjet-Unie meende echter dat Nagy te ver was gegaan, en op 4 november vielen troepen van het Warschaupact het land binnen. Verwoede pogingen van de Hongaarse opstandelingen om de hulp van het Westen te vergaren bleken vergeefs. De angst voor een escalatie van de Koude Oorlog bij westerse interventie was te groot. Door deze omstandigheden konden de Sovjettroepen hun communistische regime in Hongarije herstellen. De opstandelingen werden met geweld verslagen, en Nagy vluchtte naar Joegoslavië.
Om te bepalen hoe groot de invloed van de Hongaarse Opstand op de cohesie van het Sovjetblok was, kunnen twee significante vragen gesteld worden. Ten eerste: In hoeverre beïnvloedde de Opstand de communistische politiek in andere landen? En ten tweede: ervoeren de leidinggevenden van de Communistische Partij in de Sovjet-Unie de Opstand als een bedreiging voor hun voortbestaan? Deze vragen kunnen worden beantwoord aan de hand van een telegramwisseling tussen Palmiro Togliatti, de leider van de Italiaanse Communistische Partij, en een (anonieme) woordvoerder van de CPSU CC, de Communistische Sovjetpartij. In de eerste plaats zal ik het telegram van Togliatti behandelen.[2] Uit dit telegram zal blijken welke invloed de Hongaarse Opstand had op de Italiaanse politieke structuur. Daarna zal ik mij richten op de reactie van de CPSU CC op Togliatti’s telegram.[3]
Togliatti opent zijn telegram aan de CPSU CC met een constatering: de Hongaarse Opstand heeft naar zijn mening grote invloed op de ontwikkelingen binnen de Italiaanse arbeidersbeweging en de communistische partij. De communisten zijn in conflict geraakt met de socialisten, en binnen het communistische agglomeraat is er een tweedeling ontstaan: Eén groep wijt de onrust in Hongarije aan de destalinisatie; een ander deel van de partij beschouwt de Opstand als een gerechtvaardigde actie, en meent dat de Communistische Partij de opstandelingen zou moeten steunen. Tagliotti keurt deze visie af, maar bemerkt dat het huidige gepolariseerde politieke klimaat slagvaardigheid bemoeilijkt. Sterker nog, het voortbestaan van de gehele Communistische Partij staat naar zijn mening onder druk: ‘I would like to add that among the leaders of our Party there are worries that Polish and Hungarian Events could damage the unity of your Party Presidium’[4]. Het telegram naar de Sovjettop is een uitgesproken noodkreet; Tagliotti twijfelt openlijk aan de interne cohesie van het communistische machtsblok.
Het openlijk uitspreken van deze twijfel vraagt om een reactie van de Communistische Partij. Erkent zij de bedreiging van de communistische heilstaat, en zo ja, welke maatregelen zullen er genomen worden? De CPSU CC antwoordt helder en kortaf. Ze erkent de gecompliceerde situatie, maar ziet geen bedreiging voor de interne cohesie van het Sovjetblok: ‘Your friendly warnings regarding the possibility of the weakening of the unity of the collective leadership of our Party have no basis’.[5] In andere woorden: het voortbestaan van het Wereldcommunisme is geenszins in gevaar. Wel belooft de CPSU CC geschikte maatregelen te nemen tegen de Hongaarse Opstand, waarbij zij erkent dat Imre Nagy zich steeds meer aanpast aan de wil van de reactionaire troepen. Alhoewel de Partij zich nog niet uitspreekt tégen Nagy, maakt ze wel duidelijk dat ze zijn handelingen niet accepteert. Dit telegram dateert van 31 oktober; 5 dagen later zou de Sovjet-Unie militair ingrijpen in Hongarije, en zich op die manier wél openlijk tegen Nagy verklaren. Een belangrijke vraag die hier opspeelt luidt als volgt: was de CPSU CC werkelijk zeker van het voortbestaan van het Sovjetcommunisme, of blufte zij? De militaire ingreep van 4 oktober 1956 leent zich voor een onderbouwing van de tweede hypothese. Op 31 oktober verzekert de Sovjet-Unie Tagliotti nog dat er geen gevaar heerst; 5 dagen later valt ze Hongarije binnen, waarbij de Opstand met geweld een halt wordt toegeroepen. Kennelijk was het de CPSU CC duidelijk geworden dat de Hongaarse situatie onhoudbaar was, en dat enkel militaire interventie een helend effect zou hebben. Zonder de inval hadden de opstandelingen vrij spel behouden, en had Nagy de reactionairen steeds verder tegemoet kunnen komen, net zo lang totdat Hongarije zich openlijk tegen de Sovjet-Unie had gekeerd. Deze ontwikkeling had op zijn beurt een dominoreactie kunnen veroorzaken in andere landen die gebukt gingen onder het juk van het communisme. Het suggereren van deze ontwikkelingen is niet met feiten te onderbouwen, maar het stellen van een hypothese is wel mogelijk. Tagliotti’s telegram spreekt al gedurende de Opstand over scheuren in het Italiaanse politieke systeem. Zonder Russische interventie hadden deze scheuren zich kunnen uiten in een Italiaanse, al dan niet een collectieve Europese breuk. Op 4 november voorkwam de inval een dergelijke ontwikkeling, en had de Sovjet-Unie zijn positie als ‘empire by coercion’ onderstreept en verstevigd.
De Hongaarse Opstand was dus daadwerkelijk een bedreiging voor de interne cohesie van het Sovjetblok. De reactionaire opstandelingen en de nieuwe Hongaarse overheid, onder leiding van Imre Nagy, konden enkel door militaire interventie tot de orde worden geroepen. De gebeurtenissen in Hongarije creëerden ook elders in Europa onrust. In Italië twijfelde de Communistische Partij bijvoorbeeld aan het voortbestaan van de collectieve eenheid van het Sovjetblok. De Sovjet-Unie ontkende deze dreiging, maar toonde door militair in te grijpen indirect dat de Hongaarse Opstand naar haar inzicht enkel op deze wijze kon worden gestuit. 58 jaar later kan de Hongaarse Opstand worden geduid als een gebeurtenis die de roep van het volk tot destructie van het Sovjet- communistische bewind representeert. Deze roep werd pas na 35 jaar gehoord, toen het Akkoord van Minsk het communistische tijdperk definitief afsloot.
Noten
[1] Th. Noble, e.a., Western Civilization: Beyond Boundaries (International Edition) (Boston 2011/2014, 7th Edition), 851.
[2] Palmiro Togliatti, ‘Cable from Italian Communist Leader Togliatti on Imre Nagy’s Hungary’ (Versie 30 oktober 1956), http://digitalarchive.wilsoncenter.org/document/111973 ,(13-12-2014).
[3] CPSU CC, ‘Draft Telegram to Italian Communist Leader Palmiro Togliatti’ (Versie 31 oktober 1956), http://digitalarchive.wilsoncenter.org/document/111974, (13-12-2014).
[4] Palmiro Togliatti, ‘Cable from Italian Communist Leader Togliatti on Imre Nagy’s Hungary’ (Versie 30 oktober 1956), http://digitalarchive.wilsoncenter.org/document/111973 ,(13-12-2014).
[5] CPSU CC, ‘Draft Telegram to Italian Communist Leader Palmiro Togliatti’ (Versie 31 oktober 1956), http://digitalarchive.wilsoncenter.org/document/111974, (13-12-2014).