De Waalse gebroeders Dardenne zijn gelauwerd in het dramatiseren van sociaal onrecht. Met hun laatste bijdrage aan het arthouse-circuit slaan ze de plank desondanks behoorlijk mis.
Radicalisering valt amper te filmen, luidde de kop van een artikel in Filmkrant 421. Dat standpunt laat zich zonder meer ook betrekken op Le Jeune Ahmed. Al na een klein kwartier is te zien hoe de dertienjarige moslim Ahmed (Idir Ben Addi) zijn lerares aanvalt met een keukenmes. Waar ging het mis? Hoe kwam deze op het oog zo kalme tiener tot het extreemste toonbeeld van religieus extremisme? Na de daad gaat Ahmed een traject van jeugddetentie in, wat even doet vermoeden dat een antwoord op deze vragen erin zit. Niets is minder waar: in lijn met eerder werk kiezen de Dardennes voor een observerende stijl, die de dialogen niet uitlokt en al helemaal geen poging doet om in Ahmed’s hoofd te kruipen. Met zijn 84 minuten is de film behoorlijk kort. Bij een compact en scherp geschreven narratief kan dat in het voordeel werken, maar in dit geval is het een groot euvel. De gevoelige materie schreeuwt om een zorgvuldige opbouw en de karakterontwikkeling die het staccato scenario gewoonweg niet biedt.
De Dardennes behandelen ondertussen wel degelijk de ideologische handvaten die Ahmed in de loop der jaren door een lokale imam zijn aangereikt, maar die handvaten zijn altijd summier en laten zich door het gebrek aan psychologische diepgang te eenvoudig vertekenen. De representatie van het starre verband tussen Ahmed’s woorden en daden helpt geen enkel debat over de aanwezigheid van ‘de’ Islam in Westerse maatschappijen. Integendeel: enkele kernobservaties van Ahmed zijn aantoonbaar misleidend, maar worden nergens van de zo broodnodige context of nuance voorzien. Zo kan Ahmed’s expliciete kijk op het samenleven van moslims, Joden en ‘kruisvaarders’ in historisch perspectief (zoek bijvoorbeeld op ‘millets’ en convivencia) eenvoudig ontkracht of zelfs op zijn kop gekeerd worden. Het probleem is niet dat de film zulke opvattingen bevat en ze aan Ahmed toeschrijft, maar dat kijkers deze ideeën heel gemakkelijk kunnen interpreteren als weergaves van een ‘mainstream Islam’. Die observatie is daarbij juíst van toepassing op de westerse filmhuispublieken die de voornaamste doelgroep van de Dardennes vormen. In die zin dragen filmmakers dus een grote verantwoordelijkheid, die ze zelf op de schouders nemen als ze besluiten een film over een onderwerp als (de)radicalisatie te maken.
Ja, ook over deradicalisatie dus. De Dardennes vertrouwen in hun dialoog tussen haat en vergeving op een cataclysme – een fatale gebeurtenis als breekpunt gebruiken voor het hoofdpersonage – dat ze in Le Gamin au Vélo (2011) ook al inzetten. In Le Jeune Ahmed is het een moment van bezinning dat de wereld even stilzet – kennelijk kon dat alleen nadat diezelfde wereld daarvoor eerst op een onachtzame manier moest doordraaien.
Islam in een ommekeer – Tim Bouwhuis
Le Jeune Ahmed België/Frankrijk 2019 | Regie Jean-Pierre & Luc Dardenne | Met Idir Ben Addi, Myriem Akheddiou, Victoria Bluck | 84 minuten | Distributie Cinéart | Nederlandse distributie 4 Juli