Als student word je gebombardeerd met deadlines, verwachtingen en nieuwe verantwoordelijkheden. Voor de meeste studenten is ook het op kot gaan een nieuwe uitdaging: opeens moet je voor jezelf zorgen en dien je samen met je kotgenoten de gezamenlijke ruimtes proper te houden. De stress die bij dit alles komt kijken kan al snel te veel worden. Depressie, alcoholproblemen en andere psychische aandoeningen zijn geen uitzondering in het studentenleven. “Waar de twintigste eeuw de eeuw van de lichamelijke geneeskunde is, is de 21ste eeuw die van de geestelijke geneeskunde”, stelt professor Bernard Sabbe, hoogleraar volwassenenpsychiatrie aan UAntwerpen.
Universiteiten doen er veel aan om studenten op weg te helpen en te ondersteunen. KU Leuven heeft een programma opgezet om aan de hand van big data studenten te detecteren die een hoog risico lopen om een psychische aandoening te ontwikkelen. In dit programma worden de eerstejaarsstudenten uitgenodigd om deel te nemen aan een enquête. Hierin worden vragen gesteld over emotionele problemen en de psychosociale situatie van de student. Wie meer dan negentig procent kans heeft op een psychische aandoening, krijgt een geautomatiseerde mail waarin de universiteit haar zorgen uitdrukt en online therapie aanbiedt. Tot nu toe hebben al twaalfduizend studenten aan de enquêtes meegedaan.
De berichtgeving in de media riep in eerste instantie veel vragen bij ons op. Als honderden studenten een risicofactor van boven de negentig procent krijgen toebedeeld, is er serieus iets aan de hand. Of niet? Onduidelijk blijft immers wat precies de grenzen zijn van het algoritme dat de risicofactor berekent. Wanneer is er binnen dit onderzoek exact sprake van een psychische aandoening?
Suzanne Roes en ik schreven samen voor dwars een longread over bovenstaande problematiek. Het hele artikel is hier terug te vinden.
Het prachtige doek dat jullie boven in beeld zien is van de hand van Maarten Vet