Een week of twee, drie terug kwam de vraag of ik wilde reageren op een actuele discussie rondom film. De vraag (én de inleiding die daarbij hoort): Door het plaatsen van allerlei biosensoren tijdens het kijken naar films worden lichamelijke en emotionele reacties gemeten. Van welke kleuren en geluiden raak je gestrest of opgewonden? Waardoor gaat je hart sneller kloppen?
Beeldreclames werken natuurlijk al op deze manier en streamingdiensten als Netflix weten al aardig hoe ze de doorsneekijker kunnen plezieren. Er is niks mis met het peilen van behoeftes, dus ook niet als dat voor het grote publiek meer vermaak oplevert. Maar het resultaat is nog meer eenheidsworst en nog meer originele films die je met een vergrootglas moet zoeken.
Wat vinden jullie van deze ontwikkeling?
Samen met twee andere redactieleden van http://www.indebioscoop.com/ leverde ik een bijdrage aan deze discussie, die mijns inziens zeker raakt aan de uitdagingen waar de filmindustrie vandaag de dag mee te maken heeft. Mijn eigen reactie lees je hieronder, maar voor nu vast een link naar het volledige artikel:
http://www.indebioscoop.com/ondertussen-op-de-redactie-filmbeleving-wordt-gemanipuleerd/
Goedemiddag Cor,
Het meten van lichamelijke reacties op films zal zich doorgaans uitkristalliseren in perfecte grafiekjes en getallen, die precies weer zullen geven hoe het gros van het filmpubliek op het een en ander reageert. Dat betekent dat het onconventionele, het verrassende en het onverwachte steeds verder gereduceerd worden. Films in die kaders laten zich nu eenmaal minder vaak in een hoek drukken. Ze trekken aan of stoten af door authentieke emoties die zich moeilijk(er) laten voorspellen.
Distributeurs en marketeers willen steeds vaker weten hoe het publiek op een film reageert, en vrijwel altijd houdt die vraag direct verband met (mogelijke gevaren voor) de box office.
Een laatste tegenvaller in deze zorgwekkende dynamiek: Woodshock (met Kirsten Dunst) zou in oktober uitkomen, maar is op het laatste moment geannuleerd. Financieel risico? Te onconventioneel?
De laatste meevaller: Paramount verdedigt mother! ondanks de desastreuze bezoekersscores in de VS. Er is nog hoop.
Groet,
Tim
Enkele dagen na het typen van deze reactie stuitte ik op de website van De Filmkrant op een ander bericht dat mijn aandacht trok. Wederom een quote:
Voor filmvertoning valt de keuze op den duur uiteen in enerzijds de multiplexen aan de rand van steden en anderzijds de kleine, op arthousefilms gerichte theaters in de binnenstad anderzijds.
Het is de conclusie van een kort artikel dat de op handen zijnde tweedeling op de bioscoopmarkt inzichtelijk maakt. Door de komst van nieuwe technologieën (in december opent Pathé twee 4dx-zalen) en de bouw van grote, hypermoderne multiplexen worden de kleinere arthouse-bioscopen verder teruggedrongen. Verdwijnen zullen ze niet zomaar; in hun eigen niche behouden zulke cinema’s voor een select publiek hun charmes. Daarnaast kunnen programmeurs nog hun films nog steeds selecteren uit een ruim aanbod dat de multiplexen nooit zal halen.
https://www.youtube.com/watch?v=lu4M5SL6Em4
Een groot nadeel in mijn optiek: door de aantrekkelijkheid van grote ‘belevingsbioscopen’ zullen steeds meer jongeren alleen nog naar de cinema gaan voor blockbusters en actieflicks. Arthouse-cinema vergrijst, en wordt nog meer dan voorheen (of is dat eigenlijk al decennia lang het geval?) het domein van een generatie die het verleden heeft – de toekomst zeker niet.
Misschien ben ik die ene gek die arthouse-cinema verdedigt, maar ik maak me toch wel (enigszins) zorgen. Iemand met mij?
herkomst afbeelding boven: klik