Tijdens het Wereldkampioenschap Voetbal 2022 (20-11 <-> 18-12) licht ik regelmatig uit wat mij opvalt op en rondom het veld. Wapenfeiten, tactische beslissingen, politieke kanttekeningen; in Kolder in Qatar bekijk ik dit al op voorhand historische toernooi door mijn persoonlijke lens. Vandaag deel #11: zenuwslopende ontknopingen tijdens de laatste speelronde van de poulefase.
De FIFA is van plan om de (48!) deelnemende landen tijdens het WK 2026 te laten voetballen in poules van drie in plaats van vier teams. Een hoogst onbegrijpelijke beslissing, zo is de voorbije dagen wel gebleken tijdens de laatste speelronde van de spectaculair afgesloten poulefase. Het spektakel wordt namelijk in de hand gewerkt door de gelijktijdig afgewerkte slotduels, die de virtuele standen in vrijwel iedere groep regelmatig lieten verspringen.
De wonderlijke laatste speelronde werd al een beetje aangekondigd door een aantal opvallende uitslagen eerder in het toernooi. Duitsland creëerde tegen Costa Rica meer kansen dan zijn tegenstander in het hele toernooi, maar de Mannschafft had het al weggegeven tegen de volhardende Japanners (1-2). De Rode Duivels speelden voor het eerst redelijk tegen het uiterst stabiele Kroatië, maar de eerste twee wedstrijden waren zo ontstellend slecht dat Hakim Ziyech de verrassende Marokkanen tegen het jammerlijk uitgeschakelde Canada (dat tegen de Belgen veel meer had verdiend) met enig gemak naar de groepswinst kon schieten.
Marokko was niet het enige deelnemende land dat voor een daverende verrassing zorgde. Saudi-Arabië wist de grootste stunt van dit toernooi (1-2 tegen Argentinië) niet succesvol te vervolgen, maar Australië bedankte de dramatische Denen (1-0) en de bondscoach van Uruguay had nooit verwacht dat Zuid-Korea nog een geweldige countergoal zou maken tegen de (na een strakke start) inspiratieloze B-garnituur van Portugal (2-1).
De toplanden leken het er haast om te doen. België en Duitsland sneuvelden en zijn op het moment van schrijven alweer thuis, terwijl Spanje (tegen Japan), Brazilië (tegen Kameroen) en Portugal (tegen het zojuist genoemde Zuid-Korea) hun trainingswedstrijd in aanloop naar de achtste finale cadeau gaven aan een mindere voetbalgod. Dat laatste bedoel ik zeker niet oneerbiedig, maar de ongeschreven hoofdregel in het clubvoetbal is wel degelijk dat kwaliteit te koop is. Die hoofdregel wordt gelogenstraft door Paris Saint-Germain (dat met al de sterren van de voetbalwereld nog steeds niet de Champions League won) en door de landenteams die op basis van teamgeest iets extra’s kunnen geven in allesbeslissende wedstrijden.
Natuurlijk, het moet ook meezitten, en het helpt als landen al geplaatst zijn voor de volgende ronde en er een beetje met de pet naar lijken te gooien (dat gezegd hebbende, het schaduwelftal van Brazilië is op papier nog altijd drie keer beter dan Kameroen). Toch heb ik op de spreekwoordelijke banken gestaan voor Japan (tegen Duitsland) en Zuid-Korea (tegen Portugal), en dan niet alleen omdat het me in mijn tot nu toe enigszins mislukte voetbalpoule-avontuur nog wat verrassingspunten opleverde. De Spaanse coach Luis Enrique had naar verluid niet door dat zijn team in de virtuele stand op een zeker ogenblik op de schopstoel zat van Japan en Costa Rica. Als hij het wél zou hebben doorgehad, had hij waarschijnlijk een hartaanval gehad, stelde hij onomwonden. Kun je nagaan hoeveel voetbalfans de afgelopen week onder hoogspanning voor de televisie hebben gezeten.