De troosteloze leefomgeving van de vijftienjarige Eryk laat weinig te wensen over. Een stenen basketbalpleintje geeft nog de meeste kleur aan de vermetele contouren van een zielloos Pools dorpje. Buitenshuis en binnenhuis opereren in een afgebladderd continuüm. ”Alles is hier kapot, niets wordt meer gemaakt’, klinkt het uit de mond van Eryks getroebleerde moeder. Die uitspraak slaat net zo goed op het interieur als op de verstoorde familiedynamiek.