In Banshun (Late Spring, 1949) wordt Noriko (Setsuko Hara) constant geconfronteerd met haar ongehuwde staat. Het huwelijk is een conventie waar in Ozu’s film-Japan maar weinigen van afwijken. Noriko is de humanistische uitzondering zelve: om haar heen regent het mogelijke vrijers, maar de goedlachse protagonist ontfermt zich liever om haar eenzame vader (Chishû Ryû).