Tijdens het Wereldkampioenschap Voetbal 2022 (20-11 <-> 18-12) licht ik iedere dag uit wat mij opvalt op en rondom het veld. Wapenfeiten, tactische beslissingen, politieke kanttekeningen; in Kolder in Qatar bekijk ik dit al op voorhand historische toernooi door mijn persoonlijke lens. Vandaag deel #7: voor het Iraanse voetbalelftal speelt er dit toernooi veel meer dan alleen voetbal.
De beelden gingen de wereld rond. Het Iraanse voetbalelftal opende het toernooi tegen Engeland en in de voorbeschouwing ging het over alles behalve voetbal. Toen de camera tijdens het volkslied gestaag langs de gezichten van de spelers bewoog, werd snel duidelijk dat hier iets bijzonders stond te gebeuren. De regie had het ook door en schakelde tussen de spelers en de tribunes, waar de emoties bij de toegestroomde Iraanse supporters hoog opliepen.
Een schijnbaar klein gebaar heeft in Qatar grote consequenties. Na het aanschouwen van de eensgezind zwijgende spelers – lippen stijf op elkaar, emotie in iedere gelaatstrek – vraag ik me af of deze Iraniërs na het WK nog wel terug kunnen keren naar hun (geboorte)land. Een nadere blik op de selectie leert me dat zestien van de zesentwintig voetballers hun brood in het buitenland verdienen (vooral in Europese competities, een enkeling in Qatar of de Emiraten). Toch lijdt het ook in dat kader geen twijfel dat deze daad alle spelers diep raakt. Naar verwachtingen hebben ze allemaal familieleden en vrienden in Iran wonen. Hun ’thuis’, relatief of niet, is een onveilige plaats die een groot verdriet doet opwellen.
Op het moment van schrijven houden Iran en Wales elkaar in evenwicht in het tweede groepsduel van de Iraniërs (in de slotfase beslist Iran de wedstrijd na een bizarre rode kaart op spectaculaire wijze in eigen voordeel, red.). “Wat er ook gebeurt, altijd blijven voetballen”, zal het voornemen zijn geweest, maar tegelijkertijd vielen er tijdens de tweede uitvoering van het volkslied zo mogelijk nog meer emoties van de gezichten af te lezen dan afgelopen maandag. Met één belangrijk verschil: er werd weer meegezongen. Of gepreveld, dat wel, maar de spelers beseften zich duidelijk dat ze met een tweede statement niet meer zouden bereiken. Hun ernstige gezichten spraken boekdelen.
Ieder land houdt zich zo bezig met zijn eigen problemen. Voor de Iraniërs zijn die heel wat groter dan voor de Europese landen, die statements willen maken over Qatar maar na het toernooi zorgeloos terug kunnen vliegen naar huis. De voetballers van het Duitse elftal kwamen tot nu toe met het (voor westerse begrippen) grootste gebaar. Voorafgaand aan Duitsland-Japan hielden de spelers hun hand voor de mond tijdens het nemen van de elftalfoto. Het is opvallend dat de FIFA nog niet heeft aangekondigd het volledige Duitse team met een gele kaart op te zadelen (zie mijn vorige column over de One Love-aanvoerdersband). Het plaatst de laffe eerdere dreigementen van de FIFA in een nog betrekkelijker daglicht.
Gele kaart of niet, de politieke situatie in Iran maakt iedere door de FIFA aangekondigde strafmaatregel op voorhand relatief. Kleine kans dat de Duitsers na het WK worden opgesloten en gemarteld omdat ze een hand voor de mond hebben gehouden. In Iran maken de autoriteiten protesterende burgers pas echt monddood.
Een gedachte over “Kolder in Qatar (#7): Zwijgen bij het Iraanse volkslied”