Paper: de schuldvraag van Jezus’ dood en anti-Judaïsche representatie in Mel Gibsons ‘The Passion of the Christ’

De afgelopen periode (november 2016- januari 2017) heb ik op de Uni een vak gevolgd over het Jodendom. Onderdeel van dat vak was- hoe verrassend- het schrijven van een paper. Ik zou dan Tim niet zijn als ik niet iets zou doen met film. Ik heb dan ook een paper geschreven over Mel Gibsons film The Passion of the Christ (2004). Door me te concentreren op twee specifieke scènes waarin Jezus berecht en beoordeeld wordt (voor de Joodse hogepriester Kajafus en voor Pontius Pilatus) heb ik iets willen zeggen over de representatie van Joden en Joodse religie in the Passion.

Geïnteresseerd? Het gehele paper is hieronder terug te vinden.

Yitstalev!

De Joden als christusmoordenaars in  Mel Gibsons The Passion of the Christ

Toen in 2004 de film The Passion of the Christ verscheen, deed ze in veel kringen stof opwaaien. De oorzaak hiervan was het op zichzelf al controversiële onderwerp: het lijdensverhaal van Jezus Christus, zoals dat in de vier Bijbelse evangeliën wordt verteld. Sommige evangelische christenen zagen de film als krachtig evangelisatiemateriaal, of als een bron van persoonlijke spirituele bezinning. Veel liberale filmcritici en historisch onderlegde academici wezen op de uitingen van virulent antisemitisme in de film, en bekritiseerden de overdaad aan excessief geweld.[1] In dit paper wil ik me primair concentreren op de behandeling van de schuldvraag aangaande Jezus’ dood in The Passion of the Christ. Ik zal dit doen aan de hand van twee scènes die op deze vraag inspelen. Het gaat om het rechtsproces van Jezus voor de Joodse hogepriester Kajafas en om Jezus’ verschijning voor Pilatus. Bij de eerste scène richt ik me vooral op de uiterlijke representatie van Kajafas en de rest van de Hoge Raad, terwijl ik bij de tweede scène vooral inga op de vormgeving en karakterisering van de (Joodse) menigte die schreeuwt om Jezus’ kruisiging.

De twee scènes die ik heb gekozen zijn vaak aangehaald door critici die zich buigen over vermeende uitingen van antisemitisme in Gibsons Passion of the Christ. In dit paper zal ik aan die beschuldigingen slechts zijdelings aandacht besteden.[2] Belangrijker zijn de meer genuanceerde, doch duidelijk aanwezige uitingen van anti-Judaïsme. Als ik spreek over anti-Judaïsme, heb ik het over de afkeuring van Joden en/of Joodse religie op basis van religieuze aspecten. De negentiende-eeuwse term ‘antisemitisme’ draagt een expliciete notie van ras of volk met zich. Er is dus sprake van een evident onderscheid. Ik zal bij de twee scènes die ik bespreek niet alleen ingaan op het beeld (wat is er te zien, en wat zegt dat over de betekenis van de betreffende scène), maar ook op de historische context. Wat zeggen de Bijbelse evangeliën over de scène in kwestie, of, nog belangrijker, wat zeggen ze niet? Tenslotte maak ik in dit paper gebruik van de visies van enkele toonaangevende (film)critici, om nader in te kunnen gaan op (delen van) het script van The Passion of the Christ.

Jezus voor Kajafas

 

Een cruciale scène in the Passion of the Christ behelst de berechtiging van Jezus door de Joodse Hoge Raad.[3] De rol van de aanwezige priesters in het ‘juridische’ proces is louter negatief. Jezus wordt bespot, bespuugd en geslagen; van een eerlijke gerechtsgang is geenszins sprake. De weergave van hogepriester en raadsvoorzitter Kajafas is exemplarisch voor de evidente stereotypering van alle Joodse priesters. Hij kijkt nors en wantrouwend en draagt donkere kleding.[4] Een belangrijke kanttekening is dat we hier niet te maken hebben met een vorm van laatmiddeleeuwse anti-Joodse iconografie, waarin Joden frequent werden afgebeeld met haakneuzen, grote neuzen en vlezige lippen.[5] Het gaat hier primair om de negatieve, dreigende indruk die de priesters achterlaten. Het contrast met Jezus kon mede daardoor niet groter zijn, terwijl zijn afkomst niet van die van de priesters verschilt. Doelmatig worden de leden van de Hoge Raad hier neergezet als de antagonisten in het lijdensverhaal.[6] Alsof de uiterlijke representatie, de vernedering en de fysieke mishandeling dat nog niet genoeg benadrukken, verschijnt onder de Joodse menige Gibsons Satan: een androgyne, afstotelijke en misvormd ogende gedaante, die paradoxaal genoeg niet misstaat tussen de aanwezige Joodse priesters.

Wie in dit verband streeft naar (een glimp van) de historische werkelijkheid, kan niet heen om de Bijbelse evangeliën als primaire referentiekaders. Alle post-Bijbelse representaties van het lijdensverhaal gaan direct of indirect terug op de geschriften van Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes. Belangrijk is hier ook de claim van regisseur Mel Gibson dat zijn film een naar eigen inzicht betrouwbare weergave is van de evangeliën.[7] Als we kijken naar deze specifieke scène, zijn er op twee belangrijke conclusies te trekken. In de eerste plaats weten we op basis van de vier Evangeliën niet hoe de Joodse hogepriesters er precies uitzagen. In de tweede plaats is er nergens sprake van een fysieke verschijning van Satan ten tijde van het rechtsproces tegen Jezus.[8] Door deze metafysische speler toch een plek te geven op het fysische toneel, krijgt de rol van de Joodse priesters extra lading. Zijn aanwezigheid lijkt te insinueren dat de Satansverschijning de priesters beïnvloed, en hen er mede toe beweegt Jezus zo te vernederen en hem aan de Romeinse autoriteiten uit te leveren.

Het idee dat de duivel invloed uitoefent over en door de Joden, is niet alleen voorbehouden aan the Passion of the Christ. De Ierse historicus Robert Ian Moore zet in zijn boek The Formation of a Persecuting Society (1987) uiteen hoe Joden vanaf de twaalfde en met name de dertiende eeuw in toenemende mate aan de duivel gelieerd werden. In een Europese samenleving waarbinnen de culturele hegemonie van de christenen relatief onbetwist was, bleef de angst bestaan dat de duivel via de Joden chaos en wanorde zou kunnen genereren.[9] Dat idee heeft echter niets van doen met de historische realiteit die The Passion of the Christ pretendeert te tonen. Het is een element in een eeuwenoude traditie van christelijke beeldvorming, dat hier bewust van stal is gehaald om een impliciete boodschap aan de kijker over te dragen.[10]

Jezus voor Pontius Pilatus

De tweede scène die ik aan de orde laat komen in dit paper, speelt zich af even na Jezus’ verschijnen voor Kajafas.[11] Kajafas draagt Jezus over aan de Romeinse gouverneur Pontius Pilatus, die voor de lastige keuze komt te staan wat hij met deze man aan moet. De representatie van Pilatus en de Romeinse soldaten in deze film is al een paper op zichzelf waard. Ik laat dat aspect hier achterwege, om nader in te gaan op de rol van de Joodse menigte die aanwezig is bij Pilatus’ politieke residentie. Ditmaal begin ik bij de evangeliën. In geen van de vier beschikbare beschrijvingen stuiten we op een kwantitatieve karakterisering van de menigte. Ook wordt nergens duidelijk wie er precies aanwezig waren.[12] Waren er enkel mannen, of ook vrouwen en kinderen? En waren alle aanwezigen Joods, of zijn er redenen aan te nemen dat dat niet het geval was? In The Passion of the Christ is het antwoord op deze vragen verrassend duidelijk. De menigte is Joods, volledig mannelijk en erg talrijk. Deze eenduidige vormgeving en grote numerieke omvang van de menigte berust duidelijk op historische speculatie, daar we gewoonweg niet weten hoe groot de menigte was en wie haar precies vormden.[13]

Nu is dit op zichzelf natuurlijk nog geen groot probleem. Het maken van keuzes in de vormgeving is, als vanzelfsprekend, inherent aan de keuze deze scène in de film te incorporeren. De vraag is echter: welke keuzes? Het is op z’n minst merkwaardig te noemen dat de aanwezige menigte in The Passion of the Christ volledig mannelijk is. Amerikaans hoogleraar Jodendom Susannah Heschel heeft een mogelijke verklaring geboden voor dit gegeven. Zij stelt dat de afwezigheid van vrouwen onder Jezus’ beschuldigers iedere associatie van het Jodendom als de moederreligie van het christendom naar de achtergrond dient te verdringen. De aanwezige mannen hebben niets dan kwaad in de zin, en denken door Jezus te veroordelen indirect ook af te kunnen rekenen met een vijandige theologie die niet de hunne is.[14] Een argument dat nog eens spreekt voor deze these, behelst het feit dat alle Joodse vrouwen in deze film wél positief worden gerepresenteerd. De theologische connotatie van het Jodendom als de moederreligie van het christendom speelt hier dan ook geen rol. Deze vrouwen doen in de film, in tegenstelling tot de mannelijke actoren,  niets dat hen expliciet in verband brengt met Joodse religie of Joodse praxis.[15] Opvallend genoeg wordt Maria, de moeder van Jezus, daarnaast gespeeld door de Italiaanse actrice Monica Bellucci. Als vanzelfsprekend vertoont zij daardoor meer uiterlijke overeenkomsten met Romeinse vrouwen in de film (bijvoorbeeld met Claudia, de vrouw van Pilatus), dan met de kwaadaardige Joodse hogepriesters. Ook het contrast tussen Jezus en de Joodse priesters is duidelijk zichtbaar. De Joodse Jezus wordt immers gespeeld door de Amerikaanse acteur Jim Caviezel, die de nodige gelijkenissen vertoont met de Romeinse mannen die we in deze film zien.

Naast de vormgeving van de Joodse menigte is ook het script voor deze specifieke scène discutabel te noemen. Het filmscript van The Passion of the Christ dient in deze scène bij Pilatus een duidelijk doel: de vraag beantwoorden wie schuldig is/zijn aan de naderende dood van Jezus. Jezus zelf geeft op deze vraag al een antwoord aan Pilatus dat we in de schrift niet terugvinden:

 

‘Therefore, it is he (Kajafas) who delivered me to you who has the greater sin’.[16]

 

Ook taal speelt in deze scène een belangrijke rol. Vlak voordat Jezus bovenstaande woorden spreekt tegen Pilatus, roept een priester in het Aramees iets dat zich laat uit uitspreken als ‘tsa-luv-le’.[17] De Joodse menigte neemt die kreet massaal over, zij het in een net iets andere grammaticale vorm. Het Aramees wordt Israëlisch Hebreeuws (de taal van de Joden): Yitsvaleh! (kruisig hem!).[18] Deze subtiele verandering maakt een groot verschil, daar het nu de Joden zijn die in hun eigen taal de kruisdood van Jezus proclameren. Het script spreekt hier van een onderverdeling in vier groepen figuranten. Uit de eerste drie groepen schreeuwen eenenveertig mensen tegen Jezus, terwijl uit de derde groep maar drie mensen vóór Jezus zijn.[19] Moeten we hieruit opmaken dat alle Joden Jezus dood wilden zien (die drie afwijkende stemmen horen we immers toch niet)?

Vanuit historisch perspectief is het tamelijk onwaarschijnlijk dat de menigte voor Pilatus zich zo bekommerde om Jezus’ dood. Aannemelijker is dat zij zich juist uitspraken vóór Barabbas, de Joodse vrijheidsstrijder die in de plaats van Jezus door Pilatus werd vrijgelaten.[20] Alhoewel de evangelisten Barabbas betitelen als een gewone moordenaar, gebruiken zij ook het Griekse woord leistes. Die term werd gebruikt voor de Joodse rebellen en vrijheidsstrijders die in de eerste eeuw van de christelijke jaartelling in Judea en Galilea actief waren. Het is dus goed mogelijk dat Barabbas in feite een vrijheidsstrijder was, die zijn gevangenschap te wijten had aan een conflict met de Romeinse autoriteiten. Dat maakte hem op voorhand geliefder dan Jezus, die in hun ogen een metafysische utopie nastreefde zonder met een concreet politiek programma te komen. De Joden gingen in die tijd immers gebukt onder het Romeinse gezag in de Joodse provincies.[21] In het verlengde daarvan wil ik betogen dat de eensgezinde proclamatie van de Joodse menigte niet alleen expliciet de schuld voor Jezus’ dood neerlegt bij de Joden, maar ook nog eens historisch onwaarschijnlijk is.[22]

Conclusie

Met die stellingname nader ik het einde van dit paper. In de inleiding noemde ik kort de beschuldigingen van virulent antisemitisme die deze film opriep. Alhoewel ik sta voor mijn these dat deze film bol staat van de anti-Judaïsche representatie (dat wil zeggen, het negatief wegzetten van Joodse religie), wil ik de lading van het begrip antisemitisme niet op mijn rekest toegeschreven kijken. De casting van Maria en Jezus in deze film rechtvaardigen de gedachte echter wel, en het verdient eigenlijk een nader paper op zichzelf om hier verder op in te gaan. Voor nu is met name belangrijk dat de twee besproken scènes een expliciet antwoord geven op de schuldvraag aangaande Jezus’ dood. Aanwijzingen dat de Joden expliciete schuld dragen laten zich in de eerste scène vinden in de uiterlijke representatie van de Joodse priesters en in de verschijning van Satan in hun midden. In de tweede scène zijn de vormgeving van de (Joodse) menigte voor Pilatus en het script van cruciaal belang. Op historisch vlak heeft Mel Gibson elementen geïncorporeerd (de androgyne Satan) of gemanipuleerd (de menigte, de uiterlijke representatie van de priesters) die grote invloed hebben op de impliciete betekenisgeving van de scènes in kwestie. Op theologisch vlak wordt daarnaast een wel heel simplistisch contrast geschetst tussen goed en kwaad, waarbinnen de nodige nuances uitblijven. Over het geheel genomen zal de historisch-theologische werkelijkheid met betrekking tot de schuldvraag en het rechtsproces van Jezus zonder meer genuanceerder en complexer zijn geweest dan deze twee scènes uit the Passion of the Christ veronderstellen.

Literatuurlijst

Boeken

 Beal, Timothy K. and Tod Linafelt, trans. Mel Gibson’s Bible: Religion, Popular Culture, and the Passion of the Christ. Chicago: University of Chicago Press, 2006.

Bijbel. Vertaald in opdracht van de Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden. Leeuwarden: Jongbloed-Zetka, overgezet in de Nederlandse taal 1618-1619.

Meijer, Fik.  Jezus & de Vijfde Evangelist. Amsterdam: Athenaeum- Polak & van Gennep, 2015.

Moore, Robert Ian. The Formation of a Persecuting Society. Oxford: Blackwell, 2007.

 Artikelen

Chazan, Robert. ‘’Jewish Life in Western Christendom’’. In The Cambridge Guide to Jewish History, Religion and Culture, edited by Judith R. Baskin and Kenneth Seeskin, 113-139. Cambridge: Cambridge University Press, 2010.

Crossan, John Dominic. ‘’Jewish Crowd and Roman Governor’’. In Mel Gibson’s Bible: Religion, Popular Culture, and the Passion of the Christ, edited by Timothy K. Beal and Tod Linafelt, 59-67. Chicago: University of Chicago Press, 2006.

Frederiksen, Paula. ‘’History, Hollywood, and the Bible: some thoughts on Gibson’s Passion’’. Journal of Religion and Film 8 (2004): 1-4.

Frederiksen, Paula. ‘’No Pain, no Gain?’’. In Mel Gibson’s Bible: Religion, Popular Culture, and the Passion of the Christ, edited by Timothy K. Beal and Tod Linafelt, 91-98. Chicago: University of Chicago Press, 2006.

Hammer, Ronda and Douglas Kellner. ‘’Critical Reflections on Mel Gibson’s ‘The Passion of the Christ’’’’. Last modified december 21th, 2016. http://www.logosjournal.com/hammer_kellner.htm

Heschel, Susannah. ‘’Christ’s Passion: homoeroticism and the Origins of Christianity’’. In Mel Gibson’s Bible: Religion, Popular Culture, and the Passion of the Christ, edited by Timothy K. Beal and Tod Linafelt, 99-107. Chicago: University of Chicago Press, 2006.
Lundberg, Christian. ‘’Enjoying God’s Death: the Passion of the Christ and the practises of an evangelical public’’. Quarterly Journal of Speech 95 (2009): 387-411.

Miles, Jack. ‘’The Art of The Passion’’. In Mel Gibson’s Bible: Religion, Popular Culture, and the Passion of the Christ, edited by Timothy K. Beal and Tod Linafelt, 11-20. Chicago: University of Chicago Press, 2006.

Miller, Vincent J. ‘’Contexts: Theology, Devotion and Culture’’. In Mel Gibson’s Bible: Religion, Popular Culture, and the Passion of the Christ, edited by Timothy K. Beal and Tod Linafelt, 39-49. Chicago: University of Chicago Press, 2006.

Films en digitale media

Caiaphas. Still from The Passion of the Christ. Directed by Mel Gibson. 2004. Dutch Filmworks, 2016. DVD.

Pontius Pilate speaks to Jesus – The Passion of the Christ. https://www.youtube.com/watch?v=q6LuaZfZ8Gk&t=189s. Last modified June 27th, 2016. Last seen January 27th, 2017.

The Passion of the Christ: Pharisees condemn Jesus (Aramaic). https://www.youtube.com/watch?v=lPV7TlPxnkA&t=67s. Last modified september 20th, 2009. Last seen January 27th, 2017.

The Passion of the Christ.  Directed by Mel Gibson. 2004. Dutch Filmworks, 2016. DVD.[23]

The Passion of the Christ. Image on front cover. www.thepassionofchrist.com. Last seen january 27th, 2017.

[1] Timothy K. Beal and Tod Linafelt, trans., Mel Gibson’s Bible: Religion, Popular Culture and the Passion of the Christ (Chicago: University of Chicago Press, 2006), 3. Paula Frederiksen, ‘’No Pain, No Gain?’’, in Mel Gibson’s Bible: Religion, Popular culture and the Passion of the Christ, ed. Timothy K. Beal et al. (Chicago: Chicago University Press, 2006), 98. Christian Lundberg, ‘’Enjoying God’s Death: the Passion of the Christ and the practises of an evangelical public’’. Quarterly Journal of Speech 95 (2009): 391-93.

[2] Om precies te zijn zal antisemitisme aan bod komen als ik kort inga op de casting van Jezus (Jim Caviezel) en Maria (Monica Bellucci).

[3] The Passion of the Christ: Pharisees condemn Jesus (Aramaic). https://www.youtube.com/watch?v=lPV7TlPxnkA&t=67s. Last modified september 20th, 2009. Last seen January 27th, 2017.

[4] Frederiksen, ‘’No Pain, No Gain?’’, 94. En zie foto/still: Caiaphas. Still from The Passion of the Christ. Directed by Mel Gibson. 2004. Dutch Filmworks, 2016. DVD.

[5] Jack Miles, ‘’the Art of the Passion’’, in Mel Gibson’s Bible: Religion, Popular Culture and the Passion of the Christ, ed. Timothy K. Beal et al. (Chicago: University of Chicago Press, 2006), 18.

[6] Wat lastig is voor theologisch beperkt onderlegde kijkers; nergens wordt uitgelegd waarom Kajafas en zijn volgelingen Jezus zo haten of hem zo graag dood zien. Een latere beschuldiging in de scène voor Pilatus, geuit door Kajafas, is dat Jezus de Sjabbat de onteerd zou hebben. In geen van de vier evangeliën vinden we die beschuldiging echter terug. Frederiksen, ‘’no Pain, no Gain?’’, 94. Susannah Heschel, Christ’s Passion: homoeroticism and the Origins of Christianity’’, in Mel Gibson’s Bible: Religion, Popular Culture and the Passion of the Christ, ed. Timothy K. Beal et al. (Chicago: University of Chicago Press, 2006), 101. Hammer, Ronda and Douglas Kellner. ‘’Critical Reflections on Mel Gibson’s ‘The Passion of the Christ’’’’. Last modified december 21th, 2016. http://www.logosjournal.com/hammer_kellner.html.

[7] Beal, Mel Gibson’s Bible, 3. Paula Frederiksen, ‘’History, Hollywood, and the Bible: some thoughts on Gibson’s Passion’’. Journal of Religion and Film 8 (2004): 1.

[8] Deze twee observaties komen voort uit een studie van de vier passages waarin Jezus’ rechtsproces voor Kafafas wordt beschreven. Zie: Bijbel. Vertaald in opdracht van de Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden. Leeuwarden: Jongbloed-Zetka, overgezet in de Nederlandse taal 1618-1619. Mattheüs 26: 57-68, Markus 14: 53-65, Lukas 22: 63-71, Johannes 18: 12-27.

[9] Robert Ian Moore, The Formation of a Persecuting Society (Oxford: Blackwell, 2007), 60-61. Robert Chazan,  ‘’Jewish Life in Western Christendom’’, in The Cambridge Guide to Jewish History, Religion and Culture, ed. Judith R. Baskin et al. (Cambridge: Cambridge University Press, 2010), 113-114, 123.

 

[10] Hammer, Ronda and Douglas Kellner. ‘’Critical Reflections on Mel Gibson’s ‘The Passion of the Christ’’’’. Last modified december 21th, 2016. http://www.logosjournal.com/hammer_kellner.html.

[11] Pontius Pilate speaks to Jesus – The Passion of the Christ. https://www.youtube.com/watch?v=q6LuaZfZ8Gk&t=189s. Last modified June 27th, 2016. Last seen January 27th, 2017.

[12] Ook hier is mijn observatie gebaseerd op een studie van de vier passages waarin Jezus’ verschijning voor Pilatus wordt beschreven. Zie: Bijbel. Vertaald in opdracht van de Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden. Leeuwarden: Jongbloed-Zetka, overgezet in de Nederlandse taal 1618-1619. Mattheüs 27: 11-26, Markus 15: 1-15, Lukas 23: 1-7, 13-25, Johannes 18: 28-40, 19: 8-16.

[13] Miles, ‘’the Art of the Passion’’, 14.

[14] Heschel, ‘’Christ’s Passion’’, 100, 102.

[15] Heschel, ‘’Christ’s Passion’’, 100-101.

[16] The Passion of the Christ: Pharisees condemn Jesus (Aramaic). https://www.youtube.com/watch?v=lPV7TlPxnkA&t=67s. Last modified september 20th, 2009. Last seen January 27th, 2017, zie: 3.09. Het woordje ‘Kafafas’ is mijn toevoeging: het mag hier duidelijk zijn dat Kajafas Jezus aan Pilatus heeft uitgeleverd.

[17] The Passion of the Christ: Pharisees condemn Jesus (Aramaic). https://www.youtube.com/watch?v=lPV7TlPxnkA&t=67s. Last modified september 20th, 2009. Last seen January 27th, 2017, zie: 2.37.

[18] Miles, ‘’The Art of the Passion’’, 13. Na het collectieve Yitsvaleh is ook nog in het Aramees ‘his blood be upon us’ hoorbaar. Die zinsnede is afgeleid van de Bijbeltekst uit Mattheüs 27:25. Curieus genoeg is de kreet niet opgenomen in de ondertiteling (in het script staat hij wel genoemd). Mijn vermoeden is dat Gibson het risico niet durfde te nemen deze schrifttekst, die de Joden wel heel direct beschuldigt van Jezus’ dood, expliciet in zijn film op te nemen. Zie Miles, ‘’the Art of the Passion’’, 16.

[19] Die grote meerderheid doet haast vermoeden dat ‘de Joden’ Jezus dood wilden hebben, terwijl het in feite specifieke facties binnen de Joodse religieuze autoriteiten waren die een probleem met Jezus hadden. Zie: Vincent J. Miller, ‘’Contexts: Theology, Devotion and Culture’’, in Mel Gibson’s Bible: Religion, Popular Culture, and the Passion of the Christ, ed. Timothy K. Beal et al. (Chicago: University of Chicago Press, 2006), 42. John Dominic Crossan, ‘’Jewish Crowd and Roman Governor’’, in Mel Gibson’s Bible: Religion, Popular Culture and the Passion of the Christ, ed. Timothy k. Beal et al. (Chicago: University of Chicago Press, 2006),  61.

[20] Crossan, ‘’Jewish Crowd’’, 60-61,64.

[21] Alhoewel het in historisch perspectief dus begrijpelijk(er) is dát de Joden Barabbas verkiezen boven Jezus, demoniseert Gibson de menigte hier nog wel eens verder. Zij verkiezen hier immers iemand boven Jezus die in de film gerepresenteerd wordt als een crimineel, een psychisch gestoorde gek met een oog. Fik Meijer, Jezus & de vijfde Evangelist (Amsterdam: Athenaeum- Polak & van Gennep, 2015), 272.

[22] Ik gaf al aan dat ik in dit paper geen ruimte had voor een bespreking van de rol van Pilatus. Interessant is dit verband het werk van Fik Meijer, dat niet over the Passion of the Christ gaat, maar wel de rol van Pilatus bij de veroordeling van Jezus bespreekt. Uit zijn argumentatie is onder andere af te leiden dat de ferme toonzetting van de Joden in deze sequentie niet realistisch valt te noemen. Pilatus had al meerdere malen fel ingegrepen tegen Joodse opstandjes in de Romeinse provincies. De sfeer was gespannen, en de aanwezige Joden zullen banger geweest zijn voor de Romeinse autoriteiten dan vice versa. De scène die ik heb besproken wordt voorafgegaan door een dialoog waarin het angstzweet Pilatus uitbreekt bij de verwachting dat de Joden ‘zijn bloed zullen eisen’ als hij Jezus niet aan hen uitlevert. Meijer heeft overtuigend beargumenteerd dat van zo’n dialoog in feite geen sprake zal kunnen zijn geweest, zie: Meijer, Jezus & de vijfde Evangelist, 268-73 als ook Heschel, ‘’Christ’s Passion’’, 102. Logischer is dat de Joden wegbleven bij de residentie van Pilatus of zich gedeisd hielden, uit angst gearresteerd te worden. Zie hiervoor Crossan, ‘’Jewish Crowd’’, 66. In de film gaat het zelfs zover dat de aanwezige Joden de Romeinen bespotten en uitlachen. Het is, in de geest van bovenstaande argumentatie, hoogst onrealistisch dat zoiets in werkelijkheid is voorgevallen.

Filminformatie: The Passion of the Christ (2004)/126 min./Genre: Drama/Regie: Mel Gibson/Cast: Jim Caviezel, Monica Bellucci e.a.

Beoordeling film (voor de duidelijkheid, bovenstaand paper is geen recensie): [usr 2]

Samenvatting
Datum

3 gedachten over “Paper: de schuldvraag van Jezus’ dood en anti-Judaïsche representatie in Mel Gibsons ‘The Passion of the Christ’”

  1. Wat mij het meest boeit aan die hele kruisiging is de rol van Judas -en dan moet ik meteen aan Jesus Christ Superstar denken, waar het verhaal vanuit Judas Iskariot wordt verteld. Toen een doorbraak in de (film)wereld, want Judas was altijd slecht. Sympathie voor Judas was ongekend. Nu, in hedendaagse film en literatuur is de anti-held overal te zien (The Suicide Squad, bijvoorbeeld. Of Jessica Jones).

    Een andere mooie parallel met Judas uit JCS is trouwens Aaron Burr. Niet de historische figuur, maar de rol gespeeld in de musical Hamilton. Net als in Jesus Christ Superstar vertelt Burr het verhaal. In het eerste nummer wordt al duidelijk dat hij de antagonist is (And I’m the damn fool that shot him). Net zoals dat we aan het begin al weten dat Judas Jezus gaat verraden. Maar waarom? Dat is het mooie van dergelijke verhaaltechnieken -je hebt een al dan niet bekend verhaal met een bekende protagonist en antagonist. Het verhaal vanuit de protagonist kent iedereen -maar wat bracht de antagonist er toe om te doen wat hij deed?

    Zowel cinematografisch als literair bijzonder interessante vraagstukken!

    1. Zeker! Ik moet eerlijk zeggen dat ik Jesus Christ Superstar- dat wil zeggen, de film- nog niet heb gezien. Daar hoop ik snel nog wel verandering in te brengen.

      Wat Judas betreft, jij zult dan zeker ook geïnteresseerd zijn in the Last Temptation of Christ (Martin Scorsese, ’88). Ik wil niet te veel verklappen, maar laat ik zeggen dat de Judas in die film heel goed aansluit bij jouw verhaal over Judas in een minder scherp goed-kwaadcontrast.

      Hier in the Passion of the Christ geen verrassingen als het gaat om Judas- al wordt de schuld wel meer gelegd bij externe krachten dan bij Judas zelf. De Satansverschijning, Joodse (bezeten) jongetjes die hem op de huid zitten (nare en storende beelden trouwens). Drijven hem tot waanzin maar roepen ook schuldgevoelens op. Alsof hij niet zichzelf was toen hij Jezus verraadde.

Geef een reactie