Recensie: Everything Everywhere All At Once [Dan Kwan & Daniel Scheinert, 2022]

Alle afb. via the Searchers NL

Het concept ‘multiverse’ (multiversum) is grandioos geliefd onder de makers van de meest populaire films en filmreeksen van deze tijd. Na Marvel (o.a. Spider-Man: No Way Home, Doctor Strange in the Multiverse of Madness) gaat nu ook het opgehemelde productie-en distributiehuis A24 aan de haal met het idee van oneindige universums.

Het is bepaald niet de eerste keer dat een release van A24 al een (Amerikaanse) hype is op het moment dat de film in de Nederlandse bioscopen en/of filmhuizen gaat draaien. Al jaren vindt een groot deel van de A24-oogst zijn weg naar onze zalen, met als blikvangers onder meer opkomende regisseurs als Jordan Peele (Get Out, Us), Robert Eggers (The Lighthouse, The Northman) en Ari Aster (Hereditary, Midsommar). Steeds vaker liften filmhuizen daarbij mee op de dunne lijn tussen kassucces en (de suggestie van) serieuze filmkunst, waardoor je in het filmhuis naast (arthouse) filmdrama’s (van A24 is dat bijvoorbeeld C’mon C’mon van Mike Mills) regelmatig genrefilms en populaire indies kunt zien die net zo goed in Pathé of Kinepolis draaien (een voorbeeld is The Northman, die in April uitkwam).

Ook Everything Everywhere All At Once (regie Dan Kwan & Daniel Scheinert, afgekort “Daniels”; typisch genoeg geproduceerd door de gebroeders Russo, verantwoordelijk voor een aantal van de grootste Marvel-hits) zal in menig filmhuis vertoond worden, zeker in de randstad. Laat die kennis niet misleidend werken, want dit uit de kluiten gewassen passieproject van twaalf ambachten en dertien ongelukken is een dolgedraaide cultfilm die schreeuwt om een bak popcorn en een verstand dat op nul kan (en vooral wil).

Dat laatste is wel relatief, want met het multiversum als uitgangspunt is de film (voortaan afgekort als Everything) in de meest serieuze zin een filosofisch gedachte-experiment over de (metaforische) betekenis van meerdere mogelijke werelden. Het probleem (of het plezier; het is maar hoe je ernaar kijkt) is dat de makers een zodanig hysterische beeldenstorm over hun publiek uitstorten dat het lastig wordt de verschillende ideeën over het multiversum (en daarmee ook de samenhang van de film als verhaal) als coherent aan te nemen.

Een beknopte poging dan. Evelyn, een Chinese immigrante met een eigen wasserette (ontketend vertolkt door een heroplevende ‘good old’ Michelle Yeoh), belandt in een krankzinnig metafysisch avontuur als ze tijdens haar belastingaangifte plotsklaps het doelwit blijkt van de verhitte dame achter de balie (“nothing is certain except death and taxes”). De echtgenoot die haar vergezelt blijkt plots niet meer te zijn wie hij lijkt, en misschien is dat maar gelukkig ook; de man die, zo verraadde de openingsakte, in de ‘normale’ wereld nog samen met Evelyn verwikkeld was in een scheidingsprocedure, komt op het belastingkantoor plots met een curieuze headset en een drietal instructies om van de ene naar de andere wereld te ‘springen’ (en vooral niet dood te gaan).

Al snel blijkt de gedaanteverwisseling van Evelyn’s man (Waymond, een rol van Ke Huy Quan) bepaald geen uitzondering. De wereld die kijkers hooguit een kwartiertje voor (enigszins) normaal konden aannemen is een continue springplank voor mensen (creaturen is soms beter op zijn plaats) die in tal van verschillende werelden bestaan als verschillende versies van zichzelf. Alsof dat nog niet ingewikkeld genoeg is, kan een getraind ‘springer’ op gezette momenten de geest van een andere ‘ik’ (in een andere wereld) overnemen, vaak om kwaad af te wenden maar ook wel eens om juist alom gevreesde chaos te ontketenen.

Is getekend, de filmmakers, en dat kunt u als u dit leest gerust onnavolgbaar vinden. Gelukkig is het duo Daniels erin geslaagd het bizarre verhalende uitgangspunt in toereikende mate te visualiseren, waardoor de gekte van Everything op beeld in in ieder geval beter te ‘begrijpen’ valt (voor zover van toepassing) dan op papier. Het grootste manco is alleen dat de mix van martial arts-actie en culthumor (de referenties naar filmklassiekers zijn niet uit de lucht, met Stanley Kubrick’s 2001 als kopstuk) zodanig opgeklopt is dat ik persoonlijk op den duur in ieder geval niet meer wist waar ik naar moest kijken, op moest letten of om moest lachen. Tussen de meer geslaagde (onder de helaas ook vaak veel te flauwe) grappen en de sterk gechoreografeerde actiesequenties bevindt zich zoveel ‘lege’ beeldvulling dat de film vooral in het tweede uur eerder vermoeit dan vermaakt.

In de ideeënbrij van Everything borrelen verschillende betekenislagen op, zonder dat de uitwerking van tenminste één van die lagen echt overtuigt. Zo laat Joy (Stephanie Hsu), de dochter van Evelyn ( en tegelijk ook de schurk, uiteraard weer in een ander universum) zich ontvallen dat haar geest in het multiversum doordraaide en oneindig gefragmenteerd raakte omdat ze alle verschillende realiteiten (van zichzelf) op hetzelfde moment ervaarde. Deze ervaring gaat gepaard met het verlies van het bewustzijn dat er iets als een waarheid is; er zijn immers verschillende werkelijkheden, en ze zijn allemaal waar. Everything is zo een wat summier uitgedrukte, maar verder nagenoeg perfecte metafoor voor een (postmoderne) wereld op drift waarin mensen zeeën vol meningen en opvattingen niet langer van waarheid kunnen onderscheiden. Een absurdistisch gesprek tussen twee stenen drukt de film richting het einde verder het hoekje van het nihilisme in, als de conclusie (versterkt door het personage van Joy) weerklinkt dat niets ertoe doet omdat alles relatief is. Interessanter is in dat licht dan misschien de metalaag die het leven en de carrière van Michelle Yeoh (onder andere een hoofdrol in martial arts-klassieker Crouching Tiger, Hidden Dragon) voorbij laat flitsen. Was dat ook allemaal zinloos? Wat doet er nog toe? Waar houden film en representatie op en begint de werkelijkheid, en is er überhaupt nog een werkelijkheid die niet in beelden wordt gevangen en gevat?

Aan dit soort vragen zullen veel kijkers lak hebben, wat deels terecht is als je kijkt naar de insteek van de makers (lyriek en manie zijn hoofdzaak, ideeën bijzaak). Deze doldwaze beeldenstorm over relativering vraagt om een hoop relativeringsvermogen. Alles ademt overdaad, en daardoor beklijft er niets.

Everything Everywhere All At Once. Regie Dan Kwan & Daniel Scheinert (“Daniels”). 2022. 139 min.

Deze film is vanaf 19-5 te zien in de Nederlandse zalen.

Samenvatting
Datum
Filmnaam
Everything Everywhere All At Once (2022)
Beoordeling
21star1stargraygraygray

3 gedachten over “Recensie: Everything Everywhere All At Once [Dan Kwan & Daniel Scheinert, 2022]”

    1. De film wordt enorm enthousiast ontvangen ja, was zelfs al duidelijk vóór ie in NL arriveerde. Nu goed, dan kan een enkele dwarse(re) reactie ook geen kwaad;

Geef een reactie