De nieuwe film van Debra Granik begint als het fantasiebeeld van de moderne samenleving. Een vader en zijn dochter trekken door de bossen van Portland, de natuur is hun enige getuige. Maar hoe leef je zonder een spoor achter te laten? Het wachten is op een buitenwereld die de idylle doorbreekt.
Met haar vertelling over stad en natuur roept Granik tal van associaties op. Meer dan het prachtig minimalistische Winter’s Bone (2010) is Leave No Trace een film van thema’s, tegenstellingen. De door het leven getekende Will (Ben Foster) geeft zijn dochter (een doorbrekende Thomasin McKenzie) het soort bestaan dat we in recente varianten onder meer kennen uit Captain Fantastic en het veel minder geslaagde The Glass Castle. Die films zochten hun hang naar de natuur in uitgesproken ideeën. Verstedelijking is vervuiling, politieke eenheidsworst, gevangenschap. In dat verband is de dramatische aanpak van Granik een verademing. Ook hier is de stad een vreemd land, maar het hart van de film beweegt zich tussen kleine blikken en veelzeggende gebaren; sommige emoties blijven de volledige speelduur verstopt.
Verder lezen op indebioscoop.com
Leave No Trace (2018). Regie: Debra Granik. 109 min. Met Ben Foster, Thomasin McKenzie, Jeff Kober e.a.
Leave No Trace draait nu in de Nederlandse zalen
Een gedachte over “Recensie: Leave No Trace [Debra Granik, 2018]”