Zijn we allemaal gewoon luie filmconsumenten geworden, chargeer ik moedwillig? Naar aanleiding van negatieve kritieken op het ’trage’ en ambigue Resurrection (Kristof Hoornaert, 2017) discussieerden twee collega’s en ik over beeldtaal, filmkritiek en filmconsumentisme.
Beste collega’s,
Ik was ietwat verbijsterd toen ik zag dat Resurrection (Kristof Hoornaert) met een paar omhalen van de pen kapot werd geschreven door de Nederlandse pers.
VPRO: … ”in de film zelf moet de kijker het doen zonder noemenswaardige plot, dialogen of muziek. Slow cinema in het kwadraat”. De Volkskrant: ”Het is niet niks wat Hoornaert in zijn debuut aanroert, maar hij legt weinig uit en laat het publiek zijn werk doen”.
En: ”Lang aangehouden shots, zwijgende personages, onbenoemde trauma’s – zonder geloofwaardige lading zijn het de dooddoeners van de kunstzinnige cinema”.
Klik voor de complete discussie met reacties
Resurrection draait sinds 29-3 in de Nederlandse filmhuizen
Voor mij is het echt een kwestie van voorkeur. Omdat ikzelf veel met taal en schrijven bezig ben, vind ik films met goede mono- en dialogen belangrijk. Maar dat wil echter niet zeggen dat films met weinig of geen gesproken taal niet net zo goed kunnen zijn.
Aan de andere kant, met film kun je juist uitbeelden wat je niet met woorden kan/hoeft (te)/wil zeggen. Een fenomeen dat steeds minder gebruikt wordt in reguliere films / blockbusters, maar die je gelukkig wel nog vaak terug ziet in de kleinere filmhuisfilms.