Kunnen we de Holocaust wel verbeelden? Het is een vraag die blijft spoken door de hoofden van filmmakers, kunstenaars, critici en andere betrokkenen die een stempel drukken op onze geschiedenis (en zo tegelijk ook op onze herinnering). Sinds Spielbergs Schindler’s List koppelen we veel filmische representaties van de Holocaust bewust of onbewust aan de beelden die we al kennen. 2015 bracht ons Son of Saul; een Oscar voor beste buitenlandse film volgde, Holocaust-overlevenden die durfden te kijken waren diep ontroerd. ”Dit is hoe het was”, klonk het uit sommige monden. Het zijn uitspraken die je kunnen activeren de film te gaan kijken, omdat er een kans in doorschijnt om een stukje essentieel historisch bewustzijn te creëren. Om dat te gaan zien wat zich eigenlijk niet in beelden laat uitdrukken. Of, zoals John Bleasdale het zo treffend verwoorde, wat ‘is resistant to narrative, with its finding of meaning, its yearning for resolution’.
Films over de Holocaust zorgen zo voor een sterk dubbel gevoel. Ze kunnen er eigenlijk niet zijn, maar toch worden ze gemaakt. Omdat hetgeen gebeurd is weer kan gebeuren. En omdat we wat gebeurd is niet mogen vergeten. Paradise belichaamt die tweestrijd. Het is een film over lijden, over verwrongen idealen, over de grijze gebieden tussen goed en kwaad, die één verontrustende gedachte vooropstelt: de nazi’s waren net zo menselijk als wij.
In de mozaïekvertelling van Andrei Konchalovsky (The Postman’s White Nights) kruisen de levens van drie individuen elkaar richting het einde van de Tweede Wereldoorlog. Olga (Yuliya Vysotskaya), een Russische aristocrate, wordt gearresteerd omdat ze Joodse kinderen heeft helpen onderduiken in Parijs. Ze valt ten prooi aan de willekeur van een Franse collaborateur (Philippe Duquesne), die haar een lichtere straf aanbiedt in ruil voor seksuele gunsten.
Helmut (Christian Clauss) is een jonge Duitse officier, die mede door zijn adellijke afkomst snel kon doordringen tot een hoge positie binnen de SS. In de barakken nabij zijn statige werkplek wachten gevangenen op een zekere dood. Onder hen Olga, die na haar treffen in Frankrijk werd overgebracht naar het concentratiekamp waar Helmut nu leiding heeft. De twee kennen elkaar van een vervlogen verleden, maar beseffen nauwelijks dat gevoelens onder deze omstandigheden gegarandeerd het einde betekenen.
Terwijl het drama zich gestaag ontwikkelt, reflecteren de drie belangrijkste personages voor de camera op de gevoelens die de oorlog bij hen teweeg brengt. Vormelijk laveert die situatie telkens ergens tussen bekentenis en kruisverhoor. Een eenduidige functie lijken de monologen niet te hebben, omdat ze bij alle drie de personages een andere impact hebben. Als Olga voor de camera verschijnt, zien we de fysieke en mentale impact die het leven tussen gevangenschap en vernedering op een mens kan hebben. Tegelijk spreekt uit haar personage een ongrijpbare kracht, een stukje hoop: het is een zichtbaar en op zichzelf waardevol detail dat aan het einde van de film helaas op een misplaatst spirituele wijze wordt uitgewerkt.
De boeiendste dialogen voor de camera zijn zonder meer aan het personage van Helmut toebedeeld. Konchalovsky biedt een indringend inkijkje in de psyche van de jonge SS’er; hoewel Helmut zijn geloof in de ‘goede’ zaak soms in extremen definieert, zien we ook hoe hij langzaam in de greep raakt van zijn eigen twijfels. Tekenend is het moment waarop Olga ineens begint over de superioriteit van de nazi’s. ”Waarom zeg je dat?”, reageert Helmut fel, daarmee impliciet agerend tegen zijn eigen ideologie.
Konchalovsky’s relaas bereikt daarmee haar essentie: Helmut representeert de nazistische utopie van een perfecte wereld, een (letterlijk) zwart-wit paradijs. Het vierkante vier bij drie formaat benadrukt dat de personages in Paradise vastzitten in een benauwde wereld, waaruit eigenlijk geen ontsnappen mogelijk is. Zonder hel is er geen paradijs mogelijk.
Het kwam eerder in deze recensie al kort voorbij: de hang naar betekenis, naar een stukje hoop en verlossing, doet in de eindfase van deze ingrijpende film afbreuk aan de uitzichtloze werkelijkheid. Daarnaast voelt het soms bijna wrang aan dat de beelden zo mooi geschoten zijn, omdat de cinematografie de impact van het narratief op die manier enigszins reduceert. Een echt kritiekpunt kan dat verder niet zijn; vorig jaar wist Martti Helde met het nog veel esthetischer gefilmde Risttuules immers nog één van de beste titels van dat jaar af te leveren.
De vragen die Paradise stelt over de aard van de ideologisch gedreven mens tekenen zich zo scherp af dat zijn personages soms zelf ideeën dreigen te worden. Konchalovsky gaf zelf aan dat de verleidelijke gedaante van het kwaad (ook het centrale thema in zijn film Inner Circle) de kern van Paradise strak benadert. Het is precies dat stukje sturing dat de film geleidelijk steeds sterker aan geloofwaardigheid doet inboeten.
Beoordeling: [usr 3]
Filminformatie: Paradise/Ray (2016)/130 min./Genre: Drama, oorlog/Regie: Andrei Konchalovsky/Cast: Yuliya Vysotskaya, Christian Clauss, Philippe Duquesne e.a.
Paradise draait vanaf vandaag in de Nederlandse zalen
Oh, deze moet ik echt gaan bekijken. Son of Saul vond ik erg goed!
Ja, ik ook:)