Imagine Film Festival 2018: The Endless, How To Talk To Girls At Parties, Compulsión (2/3)

Net als vorig jaar besteed ik aandacht aan het Imagine Film Festival, dat dit jaar voor de zesde keer plaatsvindt in EYE Amsterdam. Het brede thema (‘fantastische verhalen’) legitimeert een brede waaier aan films: stokoude volksverhalen gaan hand in hand met futuristische tijdreismysteries.  Vandaag het tweede recensie-overzicht.

The Endless- De destructieve krachten van het onbekende

Op jonge leeftijd maakten twee broers, passend gespeeld door de twee regisseurs, deel uit van een mysterieuze sekte. Voor de poorten van ‘Camp Arcadia’ (Arcadia zinspeelt op eenheid met de natuur, of het tragische verlies/onbereikbare karakter daarvan) staat een man die de grijns op z’n gezicht nimmer weghaalt, en de sekteleider is een charismatische goochelaar (Tat Ellington) met een bord vol wiskundige vergelijkingen in z’n blokhut. Natuurlijk kom je daar pas achter nadat de broers hebben besloten de trauma’s uit hun jeugd opnieuw onder ogen te zien. Als de jongste en mentaal wat instabiele telg (Aaron Moorhead) eenmaal richting zijn dominante en sceptische broer (Justin Benson) heeft geopperd om de narigheid toch maar weer op te zoeken, stuit dit op angstvallig weinig verzet.

De luchtige en onderkoelde toon van het eerste half uur maakt snel plaats voor toenemende vervreemding. In Camp Arcadia speelt de Tijd haar eigen spel. Een speciaal gemarkeerde zone elimineert daarnaast alle natuurwetten, en confronteert de broers met een aantal onverklaarbare taferelen. Een sleutelrol is weggelegd voor de offscreen space – de ruimte die je niet ziet, maar wél kunt voelen, verbeelden. De beste scène van de film heeft als uitgangspunt een lang touw dat letterlijk in het niets verdwijnt.

Benson en Moorhead zinspelen met The Endless expliciet op het werk van cultauteur H.P. Lovecraft, die in zijn fictie niet zelden inging op de destructieve krachten van het onbekende. Fascinerend bronmateriaal voor een genrefilm dus – maar voor een geslaagde uitwerking is meer nodig.

Benson en Moorhead acteren met overgave, maar met name Moorhead mist de overtuiging die zijn personage op niveau van het drama zo hard nodig heeft. De slappe, flinterdun gemotiveerde excuses van de broers om hun vertrek almaar uit te stellen dienen enkel om het plot verder uit te kunnen rekken. Met het verscherpen van hun focus op de mysteries van de sekte en het natuurlandschap vergeten de regisseurs om de geloofwaardigheid van het drama te waarborgen. De bombastische climax maakt in dat kader al lang geen indruk meer.

How To Talk To Girls At Parties- Sterrenliefde

Enn (Alex Sharp) is een groot punkliefhebber. Als hij niet met z’n vrienden door de verpauperde straten van Londen toert, zingt, draait of speelt hij het liefst platen van The Ramones en The Sex Pistols. Geloof het of niet, maar deze film schiet van gang zodra een meisje uit een ander sterrenstelsel haar interesse in Enns Punk kenbaar maakt. Zen (Elle Fanning) heeft zich met haar cultgenoten verschanst in een ruim opgezet landhuis, waar de costume designers van de film zich voor de opnames danig hebben mogen uitleven.
De plot is dus niet de inzet van How to Talk to Girls at Parties. Problematisch is dat gelukkig geen moment. De volmaakte vreemdheid van de intergalactische bezoekers zorgt voor de meest hilarische taferelen, de flitsende visuals (het optreden van Enn en Zen) en de pulserende score doen het verdere werk. De invloed van een cultklassieker als Trainspotting is nooit ver weg, maar tegelijk rechtvaardigt het kortverhaal van Neil Gaiman (waarop John Cameron Mitchell zijn film baseerde) een wereld op zichzelf. Mitchell durft risico’s te nemen, en schept daardoor een wereld die net zo eigen(aardig) aanvoelt als de gemiddelde nieuwe culttitel van Edgar Wright. Ondergetekende vroeg zich tijdens het kijken regelmatig af hoeveel lol de makers en de cast wel niet gehad moeten hebben op de filmset. Veel flamboyanter en extravaganter dan How to Talk to Girls at Parties ga je ze dit jaar in ieder geval niet zo snel meer tegenkomen.

 

Compulsión- Wie volgt?

In de openingsscène van Compulsión wordt een prostituee opgepikt door een man met duistere plannen. Op het moment dat de twee in een auto stappen, maakt de positie van de camera duidelijk dat er iemand kijkt. De auto vertrekt richting een luxe buitenverblijf in het Spaanse binnenland, de camera volgt – íemand volgt.

Wie? Met het antwoord op die vraag is de grootste angel al snel uit het verhaal gehaald. De minimale premisse van deze rauwe thriller doet begrijpen waarom Compulsión al op 71 minuten inklokt. Het probleem is niet zozeer dat debutant Ángel González binnen die tijd niet genoeg doet om de spanning op te bouwen, maar eerder dat een psychologische uitdieping van de personages ontbreekt. Hierdoor is er nooit voldoende draagvlak om oprecht om het lot van de dame in nood te geven. Zonder empathie uiteindelijk ook geen spanning; de epiloog voelt aan als een goedkoop goedmakertje, een gimmick bijna die de vlakke aanloop moet doen vergeten. De prettige cinematografie (Rosana Torres) en de snedige montage bieden in de marge nog enige uitkomst.

Trailers

The Endless
– Justin Benson & Aaron Moorhead

How To Talk To Girls At Parties
– 
John Cameron Mitchell

Compulsión
– Ángel González

Gisteravond werd Imagine 2018 afgesloten met slotfilm Ghost Stories. Isle of Dogs van Wes Anderson ging er vandoor met de publieksprijs, de Silver Scream-award.

Bezoek voor meer informatie zeker de  festivalwebsite. 

Verwacht op korte termijn nog een vierdelig recensie-overzicht, met daarin onder meer Black Tulip Award-winnaar Tigers are not Afraid.

 

Geef een reactie