Recensie: Don’t Worry, He Won’t Get Far On Foot [Gus van Sant, 2018]

”Als je alleen jezelf hebt, kun je wel inpakken”, preekt de verlichte Donnie (Jonah Hill) tijdens een bijeenkomst van zijn markante praatgroepje. Na zo’n semi-religieuze oneliner moét alcoholverslaafde annex cartoonist John Callahan (1951-2010- vertolkt door Joaquin Phoenix) haast wel naar de fles grijpen. Uiteindelijk heeft hij toch vooral zichzelf.

Strak beschouwd is Don’t Worry, He Won’t Get Far On Foot (voor het gemak hierna met kortere titel) geen ‘echte’ biografie. De film richt zich vooral op de existentiële stilte voor de storm: Callahans getroebleerde bestaan voor hij zijn successen als cartoonist zou boeken. Ook wie het enfant terrible niet kent, haakt gemakkelijk aan. Een tragisch auto-ongeluk deed hem in een rolstoel belanden, zijn worsteling met alcoholisme en eigenaardige gevoel voor humor lijnden het vervolg uit.

De opzet van Don’t Worry is sterk fragmentarisch. In de continu meanderende tijdslijn van de film en de snedige beeldovergangen schijnt al door dat regisseur-scenarist Gus van Sant (Elephant) zich intensief heeft bemoeid met de montage. Het resultaat mag er op zichzelf wel wezen, ware het niet dat de set-up ook een groot nadeel heeft: er is nauwelijks ruimte voor andere personages. De rollen van Rooney Mara (Callahans geliefde) en Jack Black (verrassend sterk als de man achter het stuur op de avond van het ongeluk) hebben potentieel, maar deze personages komen en gaan met de wind. Iedere scène fixeert zich op Callahan. En dat is jammer – omdat de film zo alsnog als een bij vlagen doodsaaie biopic gaat aanvoelen.

In zo’n mal kunnen alleen acteergiganten als Joaquin Phoenix Callahans film-ego nog dragen. Toch ligt de routine bij momenten op de loer. De kernwaarden voor de cartoonist – zelfmedelijden versus ongeremd cynisme, fatalisme versus narcisme – rieken af en toe te veel naar het soort rol dat Phoenix al speelde in de meest enigmatische films van Paul Thomas Anderson (The MasterInherent Vice). Wat ook niet helpt is dat Don’t Worry richting het einde ineens drammerig wordt op dramatisch vlak; alsof iedere vorm van schuldbewustzijn automatisch vraagt om vergeving en verzoening. Een geforceerd zijplotje rond de afwezigheid van Callahans moeder strookt qua toon niet met de rest van de film. De kracht van het al dan niet onuitstaanbare zit hem er nu juist in dat er geen excuses worden gemaakt.

Nu moeten een aantal laat getimede scriptgrappen het werk doen, maar dat is dan weer niet zonder succes: een cartoonist die zichzelf op de hak kan nemen bouwt ook voor de meest smakeloze tekeningen het nodige krediet op. Onvergeeflijk racistische opmerkingen worden zodanig van hun context gescheiden dat een belangrijk besef langzaam kan intreden: die pennenstreken zijn uiteindelijk vooral zelftherapie. Alleen door de wereld te relativeren kan Callahan zijn ongrijpbare ik nog een beetje redden.

[usr 2.5]
Don’t Worry, He Won’t Get Far On Foot [Gus van Sant, 2018]. 113 min. Komedie, drama. Met Joaquin Phoenix, Jonah Hill, Rooney Mara e.a.

Deze film draait met ingang van 14 juni in de Nederlandse zalen

Geef een reactie