Recensie: Aus dem Nichts (Fatih Akin, 2017)

Tussen 2000 en 2007 pleegde de Duitse neonazigroep NSU (Nationalsozialistischer Untergrund) een reeks moorden op burgers met een immigratie-achtergrond. Het motief was uitgesproken xenofobisch: de NSU koos en framede haar doelwitten op basis van hun afkomst. Toch focusten de politiemachten zich tijdens het onderzoek in eerste instantie op de kenniskringen van de slachtoffers. Zouden ze misschien connecties gehad kunnen hebben in de drugs-of gokwereld? Fatih Akin (Gegen die Wand) zag het onrecht en maakte Aus dem Nichts.

Katja Secerki (Diane Kruger) trouwt in de gevangenis met de Koerdische Nuri (Numan Acar), die vastzit voor drugspraktijken. Niet langer daarna wordt Nuri vrijgelaten. Het criminele circuit zegt hij vaarwel, om zich te kunnen rehabiliteren als zelfstandig ondernemer. Het gelukkige stel wordt een gelukkig gezin. Op de onfortuinlijke dag zet Katja zoon Rocco (Rafael Santana) af op de werkpraktijk van haar echtgenoot. Ondertussen parkeert een jonge Duitse dame een gloednieuwe fiets tegen een lantaarnpaal, vlak buiten de deur. Een koffer blijft achter op de bagagedrager. Enkele uren later werkt Katja zich compleet geschokt langs een politielint.

Hoe sterk de protagoniste zich op momenten ook houdt, de tijd kan ze niet terugdraaien. Nergens verbeeldt Akin het leed zo treffend als in één specifiek shot: Kruger legt haar hand tegen een muur die nog staat – ergens wil ze iets vatten, misschien zelfs terughalen. Hoe kun je gerechtigheid najagen als er al geen herstel meer mogelijk is?

Katja kan zich maar aan één strohalm vastgrijpen. Het beeld van de jonge blondine, schichtig om zich heen kijkend, de fiets die achterbleef; de dader ontglipte haar, maar ze zág tenminste. Een getuigenis is alles wat ze heeft.

Aus dem Nichts verhaalt over de strijd tussen het individu en het rechtssysteem. Met de context van de NSU-moorden in het achterhoofd begrijp je hoe Akin zich heeft laten inspireren: de politiemachten richten zich op het verleden van haar man, en twijfelen aan de betrouwbaarheid van Katja’s getuigenis.

Juist als de waanzin toe dreigt te slaan, komt het verlossende nieuws. Er is voorlopig bewijs tegen de blondine en haar getypecaste vriend. In de rechtszaal wordt de tragiek uitgespeeld dat de rest van de film zal drijven: verstikt door het leed moet Katja toezien hoe gerechtigheid juist voor het hoogste recht een rekbaar begrip wordt. De camera van Rainer Klausmann vat gezichten van rouw en woede in oncomfortabele close-ups.

Akin concentreert zich duidelijk op psychologie en emoties, maar doet dat wel vanuit een sterk eenlijnig perspectief. In de mal van goed en kwaad is geen ruimte voor nuances. Kijk je door de bril van Akin, dan begrijp je op zichzelf waarom. De cineast, zelf van Turkse herkomst, ontdekte voor de opnames dat hij door een neonazistisch collectief vogelvrij was verklaard. Het gevaar van deze groeperingen blijft onderbelicht, zeker als de autoriteiten hun kop in het zand steken. De stereotyp gecaste neonazi’s brengen de geloofwaardigheid van de film echter constant in het geding. Zelfs de brute advocaat van de twee daders (Johannes Krisch) ontkomt niet aan een dubieuze karakterschets. Het litteken op het voorhoofd stelt zijn neutraliteit al bij het eerste aanzicht im frage. De agressieve toon van ondervragen werkt bevestigend.

Zonder het acteerwerk van de ijzingwekkend sterke Kruger was Aus dem Nichts stuurloos geweest. Akins moreel geladen drama vraagt erom dat je de dilemma’s van de rouwende moeder blootlegt, en ze voor het licht houdt van de film-spiegel: wat zou jij doen?

[usr 3]
Aus dem Nichts (In the Fade) (2017)/106 min./Drama, misdaad, thriller/Fatih Akin/met Diane Kruger, Numan Acar, Ulrich Tukur e.a.

Aus dem Nichts draait vanaf 29-3 in de Nederlandse zalen; de film opende afgelopen vrijdag in Den Haag op het Movies that Matter-festival

2 gedachten over “Recensie: Aus dem Nichts (Fatih Akin, 2017)”

  1. Het litteken op het hoofd van de advocaat lijkt een oude wond die weer is opengegaan, wat wel toepasselijk is gezien het thema van de film. Johannes Krisch als übercreep is iets te veel van het goede/verkeerde. Met de stereotype casting van de jonge neonazi’s had ik minder moeite, want zo zien ze er meestal in het echt ook uit.

    1. Die eerste opmerking is een interessante ingeving – wat de verdere casting betreft was het vooral ook een optelsom van verschillende elementen. Stereotypen gaan extra opvallen als het gevoel heerst dat de regisseur hen ook echt wil gebruiken om z’n morele punt te onderstrepen. De twee neonazi’s worden op alle mogelijke manieren geframed als onrechtmatig bevoordeelde ‘white civilizians’ die haatdragend en xenofoob zijn zonder dat daar een dieper en/of begrijpelijk motief achter steekt.

      Leg dat er te dik bovenop en het gaat tegen je film werken.

Geef een reactie