Terry Gilliam is er glorieus in geslaagd om een film over Terry Gilliam te maken. De fictie moet weer het echte verhaal worden – in de fantasierijke werelden van de Amerikaan geldt dat de droom moeiteloos in de werkelijkheid mag overgaan. Het verloop van The Man Who Killed Don Quixote doet dan ook vermoeden dat Gilliam met Adam Driver uiteindelijk vooral zichzelf castte. Langzaamaan zien we hoe het verhaal voor Toby weer gaat leven. Hoe het dystopische reclamewereldje moet buigen voor de kinderlijke verbeelding. De fantasie neemt de regie over; de derde akte is een wonderlijke potpourri van extravagant set design en raadselachtige kostuumkeuzes. Niemand geeft nog om narratieve samenhang als er mensen in paarse Ku Klux Klaneske toga’s rondlopen. Zeker niet als er ondertussen om de haverklap Russische bodyguards in maatpakken passeren.
In de First Reformed-kerk te Snowbridge, New York luistert een handvol bezoekers naar een preek van Ernst Toller (Ethan Hawke). De lege banken vertellen een verhaal: wat eens een plaats van samenkomst was, ademt nu verval en verlatenheid. Buiten de tijden van de mis leidt Toller wat toeristen rond. Het orgel doet het niet meer, maar er zijn nog voldoende souvenirs. Vooral de First Reformed-petjes worden warm aanbevolen. Ze passen altijd.
Tussen februari en juni 2018 volgde ik aan de Universiteit van Antwerpen het vak Wereldcinema. Bij de onderwerpkeuze van mijn grote eindpaper heb ik me willen toespitsen op één van mijn grote academische interesses: het Israëlisch-Palestijnse conflict. In onderstaande longread, voorzien van extra beeld en analyses van de twee besproken films [trailers onderaan essay], ga ik in op een eenvoudige maar prangende vraag: op welke wijze representeren de films en cineasten in kwestie hun politieke Zelf en de politieke Ander?
‘’Religie is opium voor het volk’’, quoteren we Karl Marx naar hartenlust. Maar was religie binnen de ideologie van de Duitse denker niet eerder opium van het volk? Onder het juk van de kapitalistische tirannie zoeken arme burgers naar een medicijn dat hoop biedt in hopeloze tijden. Dat medicijn wordt religie; de perfecte illusie, door de mens zelf geschapen, verzacht de pijn van een drukkend bestaan.
De brave burgermaatschappij predikt een moraal van orde en regelmaat, van vaste patronen en plichtsvervulling. De brave burgers, dat zijn Zij. Wij zijn anders – en Wij begint als een groep rebellerende jongeren aan het begin van de zomer de natuur intrekt. Tijdens hun odyssee van de vrijheid worden morele grenzen verkend, opgerekt, volledig verworpen.
Je examens zijn gedaan, je herexamens staan voorlopig nog niet voor de deuren je vlucht naar *vul hier de droombestemming in* vertrekt pas over een grove twee weken. Natuurlijk zoek je je vrienden en de zwoele buitenlucht zoveel mogelijk op, maar je bent je er ook van bewust dat je eindelijk kunt bingewatchen zonder aan je college van morgenochtend te hoeven denken. Vergeleken bij de ‘volgende aflevering start over 15 seconden’-melding van Netflix stellen alle verleidingen op Temptation Island weinig meer voor. Je slaapritme mag er dan al aan zijn voor de moeite, het kan geen kwaad om toch te gaan voor minder tijdrovende alternatieven. In die alternatieven voorziet dit artikel.
Het is alweer juli. Dat ene uitgekauwde cliché (‘de tijd vliegt’) kan van stal als ik nadenk over de vrachtlading aan mooie films die dit jaar tot nu geboden heeft. Ik herinner me de frisse, aangename januaridag waarop ik een zomerfilm zag (Call Me By Your Name) en de snelheid waarmee de Doelen tijdens het IFFR volliep voor de muzikale screening van Phantom Thread.
Iedere student maakt het minstens één keer mee: na een finaal mislukt examen is de toekomst een donderwolk. Wondermiddelen bestaan even niet meer. Gelouterde herkansers zoeken hun toevlucht in hun stamkroeg. Slachtoffers van een incidenteel fiasco houden het bij acht repen chocola, vijf sigaretten of een marathonsessie Friends / How I Met Your Mother / The Big Bang Theory (al geldt hier de disclaimer dat zo’n sessie misschien beter past bij een tragische break-up). Maar het kan ook anders. Want zo desastreus is zo’n vergooid examen toch ook weer niet? Vier minimalistische, prachtige humanistische films helpen je om het belang van dat papiertje voor even te relativeren.
Hirokazu Koreeda opent met een climax. In de openingsscène zien we hoe Misumi (Kôji Yakusho) met de nacht als getuige een fabriekseigenaar van het leven beroofd. Advocaat Shigemori (Masaharu Fukuyama) hoeft geen enkele moeite te doen om een bekentenis los te weken, maar de grote waarom-vraag is oneindig veel complexer. Misumi benadert zijn motief met een haast psychopatische onverschilligheid – de waarheid van nu is over tien minuten weer gevlogen. Shimegori ziet het met lijdzame ogen aan. Wie niet oppast, verdrinkt in Rashom-onzekerheid (die toespeling ontleen ik aan een ander), waarbij de tot subjectiviteit veroordeelde mens de waarheid uiteindelijk nooit kan kennen.
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.